Klompviool
Aha, klompje de viool.
Historisch gezien, in onze contreien, werd de klompviool occasioneel gebruikt als begeleidend gekras bij het zingen ( van huis tot huis ) van driekoningenliederen. Dat instrument bestond meestal uit een versleten klomp waarover eerst een varkensblaas en dan enkele snaren gespannen werd.
In Frankrijk, in de Vendée ( la maraichine), ten noorden van Bordeaux, kende men mensen die klompviolen bouwden, waarbij een vioolhals op de verder uitgehaalde klomp werd geschroefd, zodanig dat men er melodieën kon op spelen.
Door het feit dat de klompviool dikwijls tegen de schouder aan wordt bespeeld, is het ook aan te raden om met een kortere strijkstok te spelen. Het voordeel van deze speelwijze : het hoofd is vrij( het is dus mogelijk om te zingen terwijl je speelt). Het nadeel : op die manier kan je enkel in de eerste positie spelen.
​